Belgische Industrieel Erfgoedpionier Adriaan Linters overleden

Op zaterdag 31 mei is in Kortrijk (B) historicus Adriaan Linters overleden. Hij was in Vlaanderen dé pionier op het gebied van industriële archeologie en werd op dat vlak een Europese autoriteit. Bijna letterlijk tot zijn laatste snik heeft 
Linters geijverd voor het behoud van het met sloop bedreigde Kortrijkse station, waar hij nota bene zelf een tijd geleden een lelijke val maakte.  
Adriaan Linters is in Hasselt geboren op 24 april 1951. Na de Latijns-Griekse humaniora aan het Atheneum van Hasselt studeerde hij in 1973 aan de RU Gent af als licentiaat geschiedenis. Eerder had hij aan het Muziekconservatorium in Hasselt ook al diploma’s notenleer en muziekgeschiedenis behaald. Aan twee Britse universiteiten volgde hij daarna een cursus industriële archeologie. Later studeerde hij aan het Vormingsinstituut in Kortrijk (nu Syntra West). Eerst bleef hij in Gent wonen, later in Bissegem en de jongste 30 jaar in de Vredelaan in Kortrijk. 
Europese bekendheid

Adriaan Linters heeft verscheidene functies bekleed. Onder meer was hij wetenschappelijk medewerker bij Monumenten- en Landschapszorg en werkte hij enkele jaren rond industrieel erfgoed in Limburg. Vervolgens vervulde hij tot 1998 diverse onderwijsopdrachten. Vanaf 1985 was hij ook zelfstandig erfgoedconsulent,

gespecialiseerd in industrieel erfgoed. Tot 2014 was hij lid van de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen. Adriaan Linters zal herinnerd worden als dé grondlegger van de industriële archeologie in Vlaanderen, als expert én als pleitbezorger voor het behoud van industrieel erfgoed. In 1978 was hij de oprichter van de Vlaamse Vereniging voor Industriële Archeologie (VVIA). Heel wat sites heeft hij gered, onder meer een groot stuk kolenmijnenerfgoed in Limburg na de sluiting van de mijnen in 1985. Tot 2020 was hij voorzitter van VVIA. In Kortrijk is hij ook voorzitter geweest van VTB-Cultuur. Zijn bekendheid als industrieel archeoloog strekt zich trouwens uit over heel Europa. Zo was hij secretaris van de Europese Federatie van Verenigingen voor Industrieel en Technisch Erfgoed. Naast enkele boeken heeft hij enkele honderden artikels geschreven in vakbladen..  
Zijn leven lang bleef Adriaan Linters vol idealisme het industrieel erfgoed verdedigen. Zo ook de jongste jaren het behoud van het Kortrijkse station. “Of je het nu mooi of lelijk vindt, is niet relevant”, zei hij. “Wel dat het een belangrijk verhaal vertelt. Omdat het munitiegeschut van de Duitsers in het rangeerstation lag, hebben de geallieerden
het station in de nacht van 21 juli 1944 gebombardeerd. Daarbij verloren meer dan 600 mensen het leven. In 1956 herrees het als hét symbool van die wederopbouw. Het had allang beschermd moeten zijn.” In maart dit jaar kon hij nog vernemen dat de Raad voor Vergunningsbetwistingen de sloopvergunning vernietigd…
Adriaan Linters’ gezondheidsproblemen zijn uitgerekend begonnen na een val in het Kortrijks station dat hij wilde behouden. 
Bekroningen
Zijn mooiste bekroning kreeg Adriaan Linters voor zijn levenswerk vrij recent, in Brussel in 2019, als laureaat van de European Heritage Awards/Europa Nostra 2019, de meest prestigieuze erfgoedonderscheiding in Europa. De Universiteit Gent kende hem in maart 2024 nog de Sartonmedaille van de Faculteit Ingenieurswetenschappen toe voor zijn onderzoek en verdiensten in de industriële archeologie. In november kreeg hij de diagnose van kanker.